Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • awel
Woordherkomst en -opbouw
  • vertaling van het Frans bien

Tussenwerpsel

awel [1]

  1. komaan; vaak gebruikt aan het begin van een zin
    • Alwel, treuzel niet zo, kom maar binnen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen