Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·nu
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

welnu

  1. kondigt iets aan wat wel te verwachten was of een precisering daarvan
    • Hij verwachtte aardig wat gasten. Welnu, er kwamen er drieënvijftig. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be