brander
- bran·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brander | branders |
verkleinwoord | brandertje | brandertjes |
de brander m
- een apparaat dat een bepaalde vorm aan een vlam geeft
- De brander zorgde voor een mooie blauwe vlam.
- (elektronica) een (onderdeel van een) apparaat dat digitale informatie op een cd, dvd of blu-ray kan vastleggen
- (militair) een schip gevuld met teer en explosieven dat met opzet aangestoken wordt en dan in de richting van een vijandige vloot gestuurd wordt
- (beroep) iemand die iets bewerkt door middel van branden
|
1. een apparaat dat een bepaalde vorm aan een vlam geeft
- Het woord brander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brander" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- bran·der
Naar frequentie | 25036 |
---|
brander
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brande
brander
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van brand
- bran·der
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
brander
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van brand
brander
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van brande