boks
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boks | boksen |
verkleinwoord |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
boks v
- (kleding) ruim zittende broek
- zachte stomp met de gebalde vuist tegen de vuist van een ander als teken van instemming of begroeting
- ▸ Hij gaf me een boks en vertrok meteen de kloof in om water te halen.[2]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boksen |
boks
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boksen
- Ik boks.
- gebiedende wijs van boksen
- Boks!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boksen
- Boks je?
Gangbaarheid
- Het woord boks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "boks" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ boks op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Limburgs
Zelfstandig naamwoord
Synoniemen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- boks
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie |
---|
Zelfstandig naamwoord
[A]: boks
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | boks | boksen | bokser | boksene |
genitief | boks' | boksens | boksers | boksenes |
Zelfstandig naamwoord
[B]: boks, m
- blik
- (figuurlijk), (muziek) muziek van dvd, cd, tape of plaat
- (figuurlijk) (in uitdrukkingen) een goed afgeslotene zaak
- bus, kluis, vak
- cabine, cel
- bank, plaats
- een ingelijst veld op een bladzijde of in ein krant met anvullende verklaringen
Antoniemen
- [2]: levende musikk
Afgeleide begrippen
- [1]: blikkboks, hermetikkboks, matboks
- [4]: bankkboks, postboks
- [5]: telefonboks, tenkeboks
- [6]: utvisningsboks, vitneboks
Verwante begrippen
- [2]: hermetisk musikk
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: få filmen i boks
de film gedaan hebben
- [3]: noe er i boks
iets is goed afgehandeld
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- boks
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
[A]: boks
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | boks | boksen | boksar | boksane |
Zelfstandig naamwoord
[B]: boks, m
- blik
- (figuurlijk), (muziek) muziek van dvd, cd, tape of plaat
- (figuurlijk) (in uitdrukkingen) een goed afgeslotene zaak
- bus, kluis, vak
- cabine, cel
- bank, plaats
- een ingelijst veld op een bladzijde of in ein krant met anvullende verklaringen
Afgeleide begrippen
- [1]: blekkboks, koplingsboks
- [4]: bankkboks, postboks
- [5]: telefonboks, tenkeboks
- [6]: vitneboks
Verwante begrippen
- [2]: hermetisk musikk
Uitdrukkingen en gezegden
- [3]: nokon er i boks
iets is goed afgehandeld
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- boks
Naar frequentie | 77068 |
---|
Zelfstandig naamwoord
boks