Sjabloon:-nlverb-
vervoeging van de bedrijvende vorm van [[{{{1}}}#Nederlands|{{{1}}}]] | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | {{{1}}} | te {{{1}}} | ||||||
toekomend | zullen {{{1}}} | te zullen {{{1}}} | |||||||
voltooid | tegenwoordig | {{{7}}} {{{8}}} | te {{{7}}} {{{8}}} | ||||||
toekomend | {{{8}}} zullen {{{7}}} | {{{8}}} te zullen {{{7}}} | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
[[{{{1}}}d#Nederlands|{{{1}}}d]] | [[{{{8}}}#Nederlands|{{{8}}}]] | ev. {{{2}}} |
mv. verouderd {{{3}}} |
{{{9}}} | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | {{{3}}} | ||||||||
verleden (o.v.t.) | {{{5}}} | ||||||||
toekomend (o.t.t.t.) | zal | zult/zal | zult/zal | zult | zal | zullen | zullen | zullen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou | zou | zou(dt) | zoudt | zou | zouden | zouden | zouden | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij |
De sjabloonbeschrijving hieronder wordt niet afgebeeld wanneer het sjabloon wordt geplaatst
- parameters
- noimp onderdrukt de gebiedende wijs
- 3only plaatst alle vormen van de tweede en eerste persoon van de bedrijvende vorm (tussen haakjes), ingeval ze ongebruikelijk zijn. <-niet ondersteund
- 3pass onderdrukt alle vormen van de tweede en eerste persoon van de lijdende vorm , ingeval ze ongebruikelijk zijn.
- 3ppass onderdrukt alle vormen van de tweede en eerste persoon van de pseudo-passieve vorm , ingeval ze ongebruikelijk zijn. (misschien wel nooit?)
- overg voegt de volledige lijdende vorm toe voor een overgankelijk werkwoord.
- ditr voegt de volledige lijdende vorm en de meewerkende vorm toe voor een ditransitief werkwoord.
- inerg voegt de onpersoonlijke lijdende vorm toe voor een inergatief werkwoord
- (onerg is gedeprecieerd 14 juli 2012)
- 1 infinitief
- 2 eerste persoon enkelvoud (stam)
- u u-vorm indien afwijkend
- 3 tweede en derde persoon enkelvoud (stam+t)
- 3ev derde persoon enkelvoud indien deze afwijkt van de tweede
- 4 tegenwoordige tijd meervoud
- 5 verleden tijd enkelvoud
- 6 verleden tijd meervoud
- 7 actief hulpwerkwoord van het voltooid deelwoord: hebben, zijn of hebben/zijn
- 8 voltooid deelwoord
- 9 aanvoegende wijs (infinitief - n)
- 10 gij vorm tegenwoordige tijd
- 11 gij vorm verleden tijd
- De overige parameters zijn alleen van belang bij een scheidbaar werkwoord.
- 12 eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijdsvorm in een bijzin
- 13 tweede en derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijdsvorm in een bijzin
- ubijz u-vorm in bijzin indien afwijkend
- 3evbijz derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijdsvorm in een bijzin indien deze afwijkt van de tweede
- 14 meervoud tegenwoordige tijdsvorm in een bijzin
- 15 enkelvoud verledentijdsvorm in een bijzin
- 16 meervoud verledentijdsvorm in een bijzin
- 17 gij vorm tegenwoordige tijd in een bijzin
- 18 gij vorm verleden tijd in een bijzin
Bij werkwoorden die een afwijkend patroon vertonen kan de inhoud van het sjabloon met behulp van subst: op de desbetreffende bladzijde gezet en vervolgens aangepast worden. Dit is gedaan met het oude sjabloon voor:
- Zie ook
- {{-nlverb-reflex-}}