zijn/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zijn | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | toekomende tijd | |||||||||
enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | ||||||
ik | ben | wij, we | zijn | ik | was | wij, we | waren | ik | zal zijn, zal wezen | wij, we | zullen zijn, zullen wezen[1] |
jij, je | bent | jullie | zijn, bent[2] | jij, je | was | jullie | waren | jij, je | zal, zult zijn /wezen | jullie | zullen zijn / wezen |
u | bent is[3] |
u | bent is[4] |
u | was | u | was | u | zal, zult zijn /wezen | u | zal, zult zijn /wezen |
gij, ge | zijt | gij, ge, gijlieden |
zijt | gij, ge | waart | gij, ge, gijlieden |
waart | gij, ge | zult zijn | gij, ge, gijlieden |
zult zijn |
hij, zij, het | is | zij, ze | zijn | hij, zij, het | was | zij, ze | waren | hij, zij, het | zal zijn / wezen | zij, ze | zullen zijn / wezen |
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
zijnde, wezend | zijn geweest zijn wezen[5] |
wees, weest | zij / weze ware[6] |
- ↑ wezen is in sommige streken heel gebruikelijk, maar wordt in andere streken als erg informeel beschouwd
- ↑ Het gebruik van "jullie bent" is sinds midden 20e eeuw verouderd.
- ↑ "u is" is sterk verouderd
- ↑ "u is" is sterk verouderd
- ↑ gevolgd door een infinitief: bijv. we zijn wezen stemmen (zie ook 1)
- ↑ zijn is een van de weinige werkwoorden in het Nederlands die een verleden tijd van de aanvoegende wijs behouden heeft. Deze komt nog vooral voor in uitdrukkingen als Als het ware.