zullen/vervoeging


  1. Het gebruik van "je zal" is wat informeler dan "je zult", terwijl "jij zal" juist weer formeler is dan "jij zult".
    In inversie wordt vaak de vorm zul gebruikt: "zul je voorzichtig zijn?"
  2. De vervoeging van sterke en onregelmatige werkwoorden met gij bestaat uit de verledentijdsstam met uitgang -t (behalve als de stam al op een t eindigt).
  3. Weiland, P.
    Nederduitsche spraakkunst ten dienste der scholen (1820) Blussé en Van Braam, Dordrecht
    Over de bron: In 1820 bedoelde men met Nederduitsche spraakkunst, zoals ook blijkt uit de inhoud van het boek, de "Nederlandse" spraakkunst.