willen/vervoeging

  1. De vormen "wou", "wouden" zijn in sommige streken heel gebruikelijk en worden ook door de Taalunie tot de standaardtaal gerekend, hoewel er velen zijn die ze er niet toe rekenen. [1]
  2. De vervoeging van sterke en onregelmatige werkwoorden met gij bestaat uit de verledentijdsstam met uitgang -t (behalve als de stam al op een t eindigt).
  3. "gij wildet" is verouderd
  4. voor een infinitief: "ik had willen schaatsen"