Leeb

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / leːb /

Woordafbreking

• Leeb

Woordherkomst en -opbouw

• Eigennaam en zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord  Löwe zn  ← Middelhoogduits:  lewe zn ,  leb zn ,  lebe zn ,  lew zn ,  leowe zn ,  leu zn  ← Oudhoogduits:  lewo zn ,  lēo zn  (8e eeuw) ← Latijn:  leō zn  ← Oudgrieks:  λέον zn  ('léōn'; "leeuw")
• Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord  Laib zn  ← Middelhoogduits:  leip zn  ← Oudhoogduits:  hleib zn ,  leib zn  (8e eeuw)

	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	- - -	der Leeb	- - -	- - -
datief	- - -	em Leeb	- - -	- - -
accusatief	- - -	der Leeb	- - -	- - -

Eigennaam

Leeb, m

1. (sterrenbeeld) het sterrenbeeld Leeuw
2. (astrologie) teken van de dierenriem Leeuw (23 juli tot 22 augustus)

• 
  Leeb (Dierkrees)
  Leeuw (Dierenriem)

Verwante begrippen

Dierkrees
Widder	Schtier	Zwilling	Grebs	Leeb	Blummefraa	Wog	Skorpion	Schitz	Schteebock	Wassermann	Fisch

Opmerkingen

• Duits:  Löwe zn , m
• Engels:  Leo zn 

[A+B]	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	en Leeb	der Leeb	Leewe	die Leewe
datief	me Leeb	em Leeb	Leewe	de Leewe
accusatief	en Leeb	der Leeb	Leewe	die Leewe

Zelfstandig naamwoord

[A]: Leeb, m

1. (roofdieren) leeuw Panthere leo 

• 
  [1]: En Leeb
  Een leeuw

Opmerkingen

• Duits:  Löwe zn , m
• Engels:  leo zn 

Zelfstandig naamwoord

[B]: Leeb, m

1. (voeding) brood, kaas

Opmerkingen

• Duits:  Laib zn , m (Brotlaib, Käselaib)
• Engels:  loaf zn  (of bread)