• způ·sob

způsob monbezield

  1. manier, wijze
    «Vymyslel nový způsob využití odpadního tepla»
    Hij heeft een nieuwe manier bedacht voor het gebruik van restwarmte.
  2. (grammatica) wijs, modus; grammaticale categorie waarmee de relatie wordt aangegeven tussen een werkwoord en de werkelijkheid
    «Způsob rozkazovací signalizuje děj žádaný.»
    De gebiedende wijs signaleert een gewenste actie.
  3. (meestal in meervoud) maniertjes; gedrag
    «Má divné způsoby
    Hij heeft vreemde maniertjes.
  1. metoda v, postup monbezield, systém, forma v, povaha v, (formeel) modus monbezield
  2. modus monbezield, slovesný způsob monbezield
  3. chování o, charakter monbezield, zvyk monbezield, zvyklost v

způsob

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord způsobit