zevenhonderdzesentwintig

Nederlands

       
0 7 2 6
zevenhonderdzesentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·hon·derd·zes·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zevenhonderdzesentwintig

  1. "726", het getal tussen zevenhonderdvijfentwintig en zevenhonderdzevenentwintig, zevenhonderd plus zesentwintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdzesentwintig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdzesentwintig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdzesentwintig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdzesentwintig zevenhonderdzesentwintigs
verkleinwoord zevenhonderdzesentwintigje zevenhonderdzesentwintigjes

Zelfstandig naamwoord

de zevenhonderdzesentwintigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 726 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdzesentwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

zevenhonderdzesentwintig mv

  1. groep van 726 eenheden
    • Die zevenhonderdzesentwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid