zevenhonderdvierenzeventig

Nederlands

       
0 7 7 4
zevenhonderdvierenzeventig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·hon·derd·vier·en·ze·ven·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zevenhonderdvierenzeventig

  1. "774", het getal tussen zevenhonderddrieënzeventig en zevenhonderdvijfenzeventig, zevenhonderd plus vierenzeventig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdvierenzeventig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdvierenzeventig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdvierenzeventig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdvierenzeventig zevenhonderdvierenzeventigs
verkleinwoord zevenhonderdvierenzeventigje zevenhonderdvierenzeventigjes

Zelfstandig naamwoord

de zevenhonderdvierenzeventigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 774 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdvierenzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

zevenhonderdvierenzeventig mv

  1. groep van 774 eenheden
    • Die zevenhonderdvierenzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid