zevenhonderdvierenveertig

       
0 7 4 4
zevenhonderdvierenveertig,
op een abacus
  • ze·ven·hon·derd·vier·en·veer·tig

zevenhonderdvierenveertig

  1. "744", het getal tussen zevenhonderddrieënveertig en zevenhonderdvijfenveertig, zevenhonderd plus vierenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdvierenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdvierenveertig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdvierenveertig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdvierenveertig zevenhonderdvierenveertigs
verkleinwoord zevenhonderdvierenveertigje zevenhonderdvierenveertigjes

de zevenhonderdvierenveertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 744 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdvierenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zevenhonderdvierenveertigmv

  1. groep van 744 eenheden
    • Die zevenhonderdvierenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.