zevenhonderdachtenvijftig

       
0 7 5 8
zevenhonderdachtenvijftig,
op een abacus
  • ze·ven·hon·derd·acht·en·vijf·tig

zevenhonderdachtenvijftig

  1. "758", het getal tussen zevenhonderdzevenenvijftig en zevenhonderdnegenenvijftig, zevenhonderd plus achtenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdachtenvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdachtenvijftig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdachtenvijftig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdachtenvijftig zevenhonderdachtenvijftigs
verkleinwoord zevenhonderdachtenvijftigje zevenhonderdachtenvijftigjes

de zevenhonderdachtenvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 758 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdachtenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zevenhonderdachtenvijftigmv

  1. groep van 758 eenheden
    • Die zevenhonderdachtenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.