• wulps
  • In de betekenis van ‘wellustig’ voor het eerst aangetroffen in 1611 [1]
  • afgeleid van het oude 'wulp' (welp, jong dier)
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen wulps wulpser wulpst
verbogen wulpse wulpsere wulpste
partitief wulps wulpsers -

wulps

  1. dartel, onbezonnen
     In tegenstelling tot de barokke slagschepen van Maybach, heeft de Convertible een glamoureuze, wulpse uitstraling.[2]
  2. op zodanige wijze mollig en voorzien van rondingen dat het wellustige gevoelens opwekt, weelderig
  3. (seksualiteit) verlangend naar (seksueel) genot, wellustig
    • volgens een Iraanse ayatollah zijn homo's en wulpse vrouwen de oorzaak van aardbevingen
      (alleen iemand van het hoogste geestelijke niveau kan natuurlijk tot zulke diepe inzichten komen)
       
91 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]