• wulps·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord wulpsheid wulpsheden
verkleinwoord wulpsheidje wulpsheidjes

de wulpsheidv [1]

  1. het wulps zijn, de zinnelijkheid
93 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Paul Hellmann 28 december 1990
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be