• wel·ge·ma·nierd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen welgemanierd welgemanierder welgemanierdst
verbogen welgemanierde welgemanierdere welgemanierdste
partitief welgemanierds welgemanierders -

welgemanierd [1]

  1. met goede manieren, getuigend van een goede opvoeding
    • Bovendien struikel en blunder ik maar zo’n beetje door het leven, en juist dat vond u het mooiste, waarschijnlijk omdat u er dan zo georganiseerd en welgemanierd bij afstak. [2] 
    • De overstap naar het team van Williams maakte ze toen de doorgroeimogelijkheden bij Mercedes beperkt bleken. "Mercedes was echt geweldig: alles strak georganiseerd, heel luxe. Maar Williams is warmer, opener, een echt familiebedrijf. Het is een nieuwe uitdaging en het bedrijf is ook heel Engels: iedereen is zeer welgemanierd." [3]