behoorlijk
- Geluid: behoorlijk (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈhorlək / (3 lettergrepen)
- be·hoor·lijk
- Naamwoord van handeling van behoren met het achtervoegsel -lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | behoorlijk | behoorlijker | behoorlijkst |
verbogen | behoorlijke | behoorlijkere | behoorlijkste |
partitief | behoorlijks | behoorlijkers | - |
behoorlijk
- aanzienlijk [2], flink [2], in hoge mate
- Dat is een behoorlijke klus.
- ▸ Omdat ik de afgelopen zeven jaar schematisch gezien een behoorlijke achterstand heb opgelopen, ben ik vandaag weer begonnen.[1]
- net [3], fatsoenlijk
- Dat is een heel behoorlijke manier van doen.
- in vrij grote/verregaande mate, redelijk [3], tamelijk
- Hij heeft zijn opleiding behoorlijk snel gedaan.
1. flink, in hoge mate, aanzienlijk
|
2. net, fatsoenlijk
behoorlijk
- in redelijk grote mate
- Dat valt behoorlijk tegen.
- Het woord behoorlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behoorlijk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be