verzinken
- ver·zin·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzinken |
verzonk |
verzonken |
klasse 3 | volledig | 1,2,3 |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzinken |
verzinkte |
verzinkt |
zwak -t | volledig | 4 |
verzinken
- ergatief verdwijnen door in iets weg te zinken
- Het gekapseisde schip verzonk in de woedende zee.
- ergatief overdrachtelijk diep in gedachten zijn
- Hij was diep in gepeins verzonken.
- ▸ De rust en eenvoud van dagen in stilte alleen door de natuur lopen, verzonken in mijn gedachten.[1]
- overgankelijk iets in een materiaal doen zinken
- Je kunt deze verbinding ook verzinken in het hout.
- overgankelijk (scheikunde) iets al of niet galvanisch met een laag zink afdekken
- men kan een voorwerp ook verzinken door het in een bad met gesmolten zink te dompelen
2. diep in gedachten zijn
3. iets in een materiaal doen zinken
- Het woord verzinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzinken" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be