• ver·ster·king
enkelvoud meervoud
naamwoord versterking versterkingen
verkleinwoord versterkinkje versterkinkjes

de versterkingv

  1. het versterken, krachtiger maken
    • De versterking van sommige dijken is hoogst noodzakelijk. 
     Maar hij was niet uitgenodigd om melancholisch te worden over het feit dat hij zich liet corrumperen met ossenhaas en Franse wijn, goede wijn overigens, een uitstekende versterking van het nieuwe grote rijk.[1]
  2. extra hulp in probleemsituaties
    • Gelukkig is de versterking onderweg. 
  3. (bouwkunde) een fortificatie
    • Als we deze versterking moeten overgeven hebben we een groot probleem. 
  4. (natuurkunde), (elektronica) het groter worden van een elektrisch signaal
    • De versterking moet wel over het gehele frequentiegebied gelijkmatig zijn. 
  5. (natuurkunde), (elektronica) de mate waarin een schakeling van elektronische componenten, een toegevoerd signaal in spanning doet toenemen
    • Een versterking van 50 dB is ruim voldoende. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be