aanmoediging
- Geluid: aanmoediging (hulp, bestand)
- IPA: / ˈamudəˌɣɪŋ / (4 lettergrepen)
- aan·moe·di·ging
- Naamwoord van handeling van aanmoedigen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanmoediging | aanmoedigingen |
verkleinwoord | aanmoedigingetje | aanmoedigingetjes |
de aanmoediging v
- het inspreken van moed
- Gelukkig kreeg de neergevallen bokser een aanmoediging van de kant en ging het daarna beter.
- ▸ Om zijn woorden kracht bij te zetten, stak hij zijn rechterduim op. Hun zoon had echter geen oog voor deze aanmoediging.[1]
1. het inspreken van moed
- Het woord aanmoediging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanmoediging" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be