Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·fuer·zo
enkelvoud meervoud
refuerzo refuerzos

Zelfstandig naamwoord

refuerzo m

  1. het versterken, versterking
  2. hulp, bijstand

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
reforzar

refuerzo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar