verstandsverbijstering

  • ver·stands·ver·bijs·te·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord verstandsverbijstering verstandsverbijsteringen
verkleinwoord

de verstandsverbijsteringv

  1. tijdelijk ontbreken van normale verstandelijke vermogens door hevige emotie
    • In het hoofdstuk ’De zaak Nulde en de mens achter het monster’ staat onder meer dat Rowena geen makkelijk meisje is en af en toe een „corrigerende tik” krijgt van J., die zichzelf als redder ziet van moeder Wanda. „In een vlaag van verstandsverbijstering” zouden ze hebben besloten niet de hulpdiensten te bellen nadat ze het meisje levenloos hadden aangetroffen.[2] 
    • Gordon legt in Koffietijd uit dat hij geen afscheid van zijn woning kon nemen. 'Ik had in een vlaag van verstandsverbijstering het voor de tweede keer in de verkoop gezet. Ik wilde eigenlijk naar Amsterdam enzo, ik heb al iets daar, maar dat is niet zo heel erg groot."[3] 
  • in een vlaag van verstandsverbijstering
    zeer geëmotioneerd en zich daardoor tijdelijk onverstandig gedragend
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 14 juni 2017
  3. de Telegraaf 28 maart 2017