krankzinnigheid
- krank·zin·nig·heid
- Afgeleid van krankzinnig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krankzinnigheid | krankzinnigheden |
verkleinwoord |
de krankzinnigheid v
- het lijden aan een geestesziekte
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord krankzinnigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.