vergallen
- ver·gal·len
- In de betekenis van ‘bederven’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- afgeleid van het werkwoord gallen met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vergallen |
vergalde |
vergald |
zwak -d | volledig |
vergallen
- overgankelijk, (verouderd) bij het schoonmaken van vis de galblaas beschadigen waardoor de vrijgekomen gal de vis oneetbaar maakt
- overgankelijk, (figuurlijk) iets bederven dat plezierig of nuttig is
- Het feest werd vergald door het wangedrag van enkele gasten.
- De oorspronkelijk figuurlijke betekenis 2 is tegenwoordig de hoofdbetekenis.
- [2] bederven, verknoeien, verpesten, verknallen, versjteren, verzieken
- Het woord vergallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergallen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "vergallen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be