versjteren
- Geluid: versjteren (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈʃterə(n) / (3 lettergrepen)
- ver·sjte·ren
- van Jiddisch פֿאַרשטערן (versjteren) "iemands plezier of vreugde bederven", vergelijk Duits verstören; in de betekenis van ‘verknoeien’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1] [2] [3] [4]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
versjteren |
versjteerde |
versjteerd |
zwak -d | volledig |
versjteren
- overgankelijk (Jiddisch-Hebreeuws) bederven (van iets goeds), verstoren (van een gunstige ontwikkeling)
- ▸ Verderop schrijft hij: „Picknickers die op zoek zijn naar het ideaal, zullen alleen genoegen nemen met een perfecte dag.” Hetgeen natuurlijk betekent dat teleurstelling om de hoek ligt. Elk onverwacht bezoek van regen, mieren of luidruchtige mederecreanten zal immers de stemming versjteren.[5]
- verschteeren (officiële spelling tot 1935)
- versteren, verstieren (uitspraakvarianten)
- Het woord versjteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "versjteren" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ versjteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "versjteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Weblink bron Janneke Vreugdenhil“De picknick perfectionist” (27 juni 2015) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be