Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·gal·de

Werkwoord

vervoeging van
vergallen

vergalde

  1. enkelvoud verleden tijd van vergallen
    • Ik vergalde. 
    • Jij vergalde. 
    • Hij, zij, het vergalde. 
  2. verbogen vorm van vergald, voltooid deelwoord van vergallen