verknallen
- Geluid: verknallen (hulp, bestand)
- ver·knal·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verknallen |
verknalde |
verknald |
zwak -d | volledig |
verknallen
- overgankelijk zijn kansen plotseling bederven
- Dat sommigen die kansen benutten en anderen ze verknalden, dat nam hij op de koop toe.
- aan vuurwerk verschieten
- Het woord verknallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verknallen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: verknallen (hulp, bestand)
- IPA: /fɛɐ̯ˈknalən/
- ver·knal·len
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verknallen |
verknallte |
verknallt |
volledig |
verknallen
- wederkerend (informeel) sich ~ verliefd worden (in jemanden: op iemand)