een verbluffend mooi schip
  • ver·bluf·fend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verbluffend verbluffender verbluffendst
verbogen verbluffende verbluffendere verbluffendste
partitief verbluffends verbluffenders -

verbluffend [1]

  1. heel anders dan je verwacht had
    • „Deze uitkomst is verbluffend”, zegt FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming. Het is de eerste keer dat de ondernemersorganisatie naar de mening van de werknemers vraagt.[2] 
    • Nu 2018 in zicht komt, blikken we graag even terug op onze journalistieke hoogtepunten van 2017. Er werden intrigerende, verbluffende, verhelderende, grappige, boosmakende en verdrietige verhalen geschreven; maar stuk voor stuk waren ze spraakmakend.[3] 
vervoeging van: verbluffen
verbogen vorm: verbluffende

verbluffend

  1. onvoltooid deelwoord van verbluffen
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf ERTAN BASEKIN 31 jan. 2018
  3. de Telegraaf 27 dec. 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be