• ver·ba·zing·wek·kend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verbazingwekkend verbazingwekkender verbazingwekkendst
verbogen verbazingwekkende verbazingwekkendere verbazingwekkendste
partitief verbazingwekkends verbazingwekkenders -

verbazingwekkend

  1. wat verbazing opwekt, wat buitengewoon is
    • Die circusartiesten lieten verbazingwekkende dingen zien. 
     Prinses Elfilda dankt haar populariteit grotendeels aan haar verbazingwekkende schoonheid, hoewel er ook iets in haar karakter zit dat het grote publiek aantrekt. Ze zegt weinig, en als ze al een keertje haar mond opendoet, komen de woorden er aarzelend uit, zodat ze een bedeesde indruk maakt, een indruk die nog eens wordt versterkt door de manier waarop ze haar hoofd naar beneden houdt en door haar lange wimpers omhoogkijkt.[1]
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be