geweldig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·wel·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geweldig | geweldiger | geweldigst |
verbogen | geweldige | geweldigere | geweldigste |
partitief | geweldigs | geweldigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geweldig
- bijzonder groot, enorm
- Een geweldig ongeval waarbij tientallen auto's tegen elkaar botsten.
- ▸ Was hun koning, Willem de Veroveraar, niet tijdens een geweldige storm, dankzij de heilige Nicolaas, veilig van Normandië naar Engeland gevaren? Want Nicolaas was in staat de wind en de onstuimige kracht der golven te doen bedaren![1]
- bijzonder goed
- Je bent heel erg geweldig!
- ▸ Ik wilde met mijn hele hebben en houden op mijn rug in de overweldigende wildernis van Amerika slapen onder de sterren, nieuwe mensen ontmoeten, alleen met mijn gedachten door de bossen lopen en de vrijheid hebben om te gaan en te staan waar ik wilde. Het leek me allemaal geweldig.[2]
Vertalingen
2. bijzonder goed
Gangbaarheid
- Het woord geweldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "geweldig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Marijke van Raephorst “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be