urineleider
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: urineleider (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uri·ne·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van urine en leider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | urineleider | urineleiders |
verkleinwoord | urineleidertje | urineleidertjes |
Zelfstandig naamwoord
urineleider m
- (anatomie) de buis die loopt tussen het nierbekken en de blaas
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. de buis die loopt tussen het nierbekken en de blaas
Gangbaarheid
- Het woord urineleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "urineleider" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be