urineweg
- uri·ne·weg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | urineweg | urinewegen |
verkleinwoord |
de urineweg m
- (anatomie) orgaan dat de urine van de nieren naar de buitenkant van het lichaam vervoert
- ▸ Er lag iets vernederende in de gedachte dood te gaan aan een ziekte aan de urinewegen, ik kon me moeilijk voorstellen dat oude Griekse filosofen of Romeinse keizers overleden aan prostaatkanker.[2]
1. orgaan dat de urine van de nieren naar de buitenkant van het lichaam vervoert
- Het woord urineweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)“Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832