• uit·ke·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord uitkering uitkeringen
verkleinwoord uitkerinkje uitkerinkjes

de uitkeringv

  1. (economie) betaling van geld op basis van sociale wetgeving
    • De sociale uitkeringen worden aan strengere regels gebonden. 
  2. betaling van geld
    • De werknemers krijgen dit jaar een éénmalige uitkering van 400 euro bruto. 
    • De aandeelhouders kunnen een bescheiden uitkering van dividend verwachten. 
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be