Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • AWW-uit·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord AWW-uitkering AWW-uitkeringen
verkleinwoord AWW-uitkerinkje AWW-uitkerinkjes

Zelfstandig naamwoord

de AWW-uitkeringv

  1. een uitkering in het kader van de AWW
    • Zij kreeg direct haar AWW-uitkering. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid