uitkeringsfraude
- uit·ke·rings·frau·de
- samenstelling van uitkering en fraude met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitkeringsfraude | uitkeringsfraudes |
verkleinwoord | - | - |
- fraude, gepleegd door de aanvrager van een uitkering waardoor hij ten onrechte of een te hoge uitkering krijgt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord uitkeringsfraude staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.