tweehonderdvijftien

Nederlands

       
0 2 1 5
tweehonderdvijftien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·vijf·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweehonderdvijftien

  1. "215", het getal tussen tweehonderdveertien en tweehonderdzestien, tweehonderd plus vijftien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweehonderdvijftien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdvijftien van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdvijftien" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderdvijftien tweehonderdvijftiens
verkleinwoord tweehonderdvijftientje tweehonderdvijftientjes

Zelfstandig naamwoord

tweehonderdvijftien v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 215 is aangeduid
    • Als jij tweehonderdvijftien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

tweehonderdvijftien mv

  1. groep van 215 eenheden
    • Die tweehonderdvijftien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid