tweehonderdnegenenzestig
0 | 2 | 6 | 9 |
tweehonderdnegenenzestig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdnegenenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtˈneɣənənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)
- twee·hon·derd·ne·gen·en·zes·tig
- samenstelling van tweehonderd ht en negenenzestig ht
tweehonderdnegenenzestig
- "269", het getal tussen tweehonderdachtenzestig en tweehonderdzeventig, tweehonderd plus negenenzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdnegenenzestig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdnegenenzestig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdnegenenzestig" ht als linkerdeel
1. het getal 269
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdnegenenzestig | tweehonderdnegenenzestigs |
verkleinwoord | tweehonderdnegenenzestigje | tweehonderdnegenenzestigjes |
de tweehonderdnegenenzestig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 269 is aangeduid
- Als jij tweehonderdnegenenzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de tweehonderdnegenenzestig mv
- groep van 269 eenheden
- Die tweehonderdnegenenzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'tweehonderdnegenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.