toernooi
- toer·nooi
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘steekspel’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toernooi | toernooien |
verkleinwoord | toernooitje | toernooitjes |
het toernooi o
- (sport) een georganiseerde reeks wedstrijden waarin ploegen of individuele spelers het tegen elkaar opnemen, met als doel achteraf een winnaar te kunnen aanduiden.
- Kerber (28) heeft na haar indrukwekkende triomf bij het Australian Open eind vorige maand in Melbourne niet veel meer gepresteerd. De nummer twee van de wereldranglijst verloor een partij in de Fed Cup tegen het zegevierende Zwitserland en meldde zich daarna wegens een dijbeenblessure af voor het toernooi in Dubai. [3]
- (geschiedenis) steekspel waaraan ridders in de middeleeuwen deelnamen
|
vervoeging van |
---|
toernooien |
toernooi
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toernooien
- Ik toernooi.
- gebiedende wijs van toernooien
- Toernooi!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toernooien
- Toernooi je?
- Het woord toernooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toernooi" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "toernooi" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ toernooi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 11-01-17 Wanhopige Kerber snel uitgeschakeld in Doha
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be