Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·toer·nooi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemtoernooi zwemtoernooien
verkleinwoord zwemtoernooitje zwemtoernooitjes

Zelfstandig naamwoord

het zwemtoernooio

  1. (sport) een gelegenheid waarbij meerdere zwemwedstrijden worden gehouden
    • Pieter van den Hoogenband was een van de deelnemers aan het zwemtoernooi. 

Gangbaarheid