• toer·nooi·veld
enkelvoud meervoud
naamwoord toernooiveld toernooivelden
verkleinwoord toernooiveldje toernooiveldjes

het toernooiveldo [1]

  1. plaats waar ridders met elkaar vochten in wedstrijdverband
     Hij bevond zich niet op het toernooiveld maar op de kermis, het was een vechten met de beer en dol van onlust staarde hij naar dat grote, geoefende lichaam tegenover zich, dat zinnelijke, bijna dierlijke wezen dat hij moest pijnigen en dat hij de zelfgenoegzaamheid van het roodkoperen gezicht moest drijven.[2]