• stel·lig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen stellig stelliger stelligst
verbogen stellige stelligere stelligste
partitief stelligs stelligers -

stellig [3]

  1. zeer zeker
  2. met volle overtuiging en geen ruimte voor twijfel latend
    • Er volgde een stellige ontkenning van een verband tussen de gebeurtenissen van 11 september en het bewind van Saddam. 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]