zn [A] Ontwikkeld uit Middelengels sownde, een hypercorrecte vorm (met toegevoegde -d-) van sowne, ontleend aan Anglo-Normandisch sun, soun (uit Oudfrans son, d.i. modern Frans son).
zn [B] erfwoord Ontwikkeld uit Middelengels sound, sund, uit Oudengels English sund “het zwemmen”, “zee, water”,uit Germaans *sunda- ((nultrap vorm van *swim-, *swam- “zwemmen”)
ww [C] Ontwikkeld uit Middelengels sownden, een hypercorrecte vorm (met toegevoegde -d-) van sounen, ontleend aan Anglo-Normandisch suner, sounder (met toegevoegde -d-), (uit Oudfrans soner, d.i. modern Frans sonner).
bnerfwoord Ontwikkeld uit Middelengels sound, sund, isund, ȝesund, uit Oudengels sund, ġesund “heel, gezond”, uit Germaans *gasundaz, *sundaz “gezond”, verwant aan Nederlands gezond, Duits gesund.