sluipen
- Geluid: sluipen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslœypə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈslœʏpə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈslœːpə(n)/
- slui·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sluipen |
sloop |
geslopen |
klasse 2 | volledig |
sluipen
- ergatief zeer voorzichtig lopen, op zo'n manier dat ontdekking vermeden kan worden
- Hij sloop de trap op in de hoop dat zijn ouders niet zouden merken dat hij te laat thuis kwam.
- ▸ Ik had me iets anders voorgesteld bij mijn eerste beer, namelijk dat er een recht voor me op het pad zou lopen of dat er een ’s avonds om mijn tent zou sluipen op zoek naar eten, zoals enkele van mijn vrienden al was overkomen.[3]
- ▸ Het beste was wanneer je je kleren vroeg bij elkaar kon rapen en gewoon weg kon sluipen zonder afscheid te nemen.[4]
1. zeer voorzichtig lopen, op zo'n manier dat ontdekking vermeden kan worden
- Het woord sluipen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sluipen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "sluipen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sluipen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be