Nederlands

 
sluipwesp
Uitspraak
Woordafbreking
  • sluip·wesp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sluipwesp sluipwespen
verkleinwoord sluipwespje sluipwespjes

Zelfstandig naamwoord

sluipwesp v/m [1]

  1. klein wespachtig insect dat eitjes legt in de rupsen van andere insecten en veel gebruikt wordt bij insectenbestrijding
    • Toch heeft de gemeente tot nu toe minder nesten moeten vernietigen dan in voorgaande jaren. Dit is waarschijnlijk te danken aan de natuurlijke vijanden van de rups, de sluipwesp en de sluipvlieg. Particulieren van wie de bomen zijn ‘besmet’ door de eikenprocessierups, kunnen dit doorgeven aan de gemeente. De rekening van het bestrijdingsbedrijf moeten ze zelf betalen (zonder voorrijkosten). [2] 
    • Het aantal groentelers dat ziekten en plagen biologisch bestrijdt met bijvoorbeeld roofmijten of sluipwespen, neemt gestaag af. In 2016 werd in bijna 7 op de 10 groentekassen biologische bestrijders ingezet. In 2000 was dat in vrijwel alle kassen het geval. [3] 
    • Tuinders maken bij de teelt van bloemen en sierplanten steeds meer gebruik van biologische bestrijders, zoals sluipwespen, lieveheersbeestjes en roofmijten als alternatief voor chemische middelen. Dit meldt het Centraal bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen