een kleine sluipweg
  • sluip·weg
enkelvoud meervoud
naamwoord sluipweg sluipwegen
verkleinwoord sluipweggetje
sluipwegje
sluipwegjes
sluipwegjes

de sluipwegm

  1. (verkeer) een kleine weg die men gebruikt om files te vermijden, maar die daar eigenlijk niet voor bestemd is
    • Het is volgens de VID vooral druk op wegen die naar de A10 leiden of dienst doen als sluipweg. „Vooral in Nieuw-Sloten, rondom het Hoofddorpplein, op de Haarlemmerweg (N200) en rondom station Sloterdijk (S102) is het een rommeltje”, meldt de dienst dinsdagavond. Ook zouden veel weggebruikers proberen via het Centraal Station van West naar Oost te rijden.[1] 
    • Het volgen van de Tour in de Pyreneeën vraagt om veel geduld en goede voorbereiding, hotels zijn moeilijk te vinden. Even slim een sluipweg nemen, of een route afsteken, is er in de bergen niet bij, je moet gewoon aan het handje blijven van de organisatoren.[2] 
    • Eenmaal op het pad, is er geen weg meer terug. De dapperen die denken van het pad te kunnen wijken, die denken een sluipweggetje te hebben gevonden, komen terecht in een doolhof der verdoemenis, waar op blinde muren en dichte deuren poesvriendelijke bordjes prijken die je onherroepelijk terugleiden naar het pad.[3] 
  2. (figuurlijk) een alternatieve route om iets te bereiken wat anders onbereikbaar is
    • Een peperduur medicijn dat patiënten met de spierziekte SMA verlichting kan bieden mag gewoon door Nederlandse apothekers worden nagemaakt. Dat zegt een belangrijke zorgadviseur van minister Bruno Bruins (Medische Zorg). Via deze sluipweg kan het kabinet, in het algemeen belang, de fabrikant onder druk zetten voor een betere prijs.[4] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. de Telegraaf 25 jul. 2017
  2. de Telegraaf TONNY EYK 13 jul. 2017
  3. de Telegraaf MARCEL PEEREBOOM VOLLER 21 dec. 2016
  4. Tubantia Edwin van der Aa 20-NOVEMBER-2017
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be