Nederlands

 
schema voor sluipverkeer (uit Engeland vandaar dat de auto's links rijden!)
Uitspraak
Woordafbreking
  • sluip·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sluipverkeer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het sluipverkeero

  1. (verkeer) (ongewenste) verkeersstromen die ontstaan als gevolg van capaciteitsproblemen (zoals ongevallen of files) op snelwegen of andere belangrijke wegen
    • ‘Met de voorziene wegen is niks mis: er komen slechts 2 ingangen voor auto's. Door deze ingangen niet met elkaar te verbinden, is sluipverkeer onmogelijk. Fietsers en voetgangers daarentegen kunnen in alle richtingen door het gebied. Dit netwerk van wandel- en fietspaden zal bovendien maximaal met groen omringd worden’, aldus Block. [1] 
    • Er wordt veel te hard gereden ‘en dat in zo’n kinderrijke straat’, klaagt iemand. Een ander noemt de situatie daar zelfs levensgevaarlijk, verkeersborden zouden worden genegeerd door het vele sluipverkeer dat momenteel een andere route zoekt. [2] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard DONDERDAG 2 NOVEMBER 2017
  2. Tubantia 31-oktober-2017