besluipen
- be·slui·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
besluipen |
besloop |
beslopen |
klasse 2 | volledig |
besluipen [1]
- stil en heimelijk naar iets of iemand toegaan zodat die het niet merkt
- De kat besloop het vogeltje om het te kunnen vangen.
- Het woord besluipen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "besluipen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be