roodborstje
- Geluid: roodborstje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrodbɔrs(t)jə / (3 lettergrepen)
- rood·borst·je
het roodborstje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord roodborst
- (zangvogels) bepaald soort vrij gedrongen vogeltje met opvallende bruinrode keel, Erithacus rubecula
- [2] In het spraakgebruik is het verkleinwoord de gangbare vorm.
- [2] lijster
2. bepaald soort vrij gedrongen vogeltje met opvallende bruinrode keel, Erithacus rubecula
- Het woord roodborstje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roodborstje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ roodborstje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "roodborstje" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be