• pro·te·ro·zoï·cum, pro·te·ro·zo·icum
enkelvoud meervoud
naamwoord proterozoïcum -
verkleinwoord - -

het proterozoïcumo

  1. (geologie) tijdperk waarin de eerste meercellige levensvormen ontstonden, van 2,5 miljard tot 541 miljoen jaar geleden
    • Hij dateert zijn vondst op het begin van het proterozoïcum, het geologische hoofdtijdperk dat ligt tussen het archaeïcum en het paleozoïcum, ongeveer twee miljard jaar geleden. [3]
  2. (geologie) gesteenten gevormd in het tijdperk waarin de eerste meercellige levensvormen ontstonden, tussen 2,5 miljard tot 541 miljoen jaar oud
    • Het proterozoïcum is ook de naam van het overeenkomstig eonotheem. 
  • Vóór 2006 was de spelling Proterozoïcum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier..